Interview Marianne van Scherpenzeel: “Van asfalt tot valet”

Marianne van Scherpenzeel is programmamanager RAP: Renewed Accessibility and Parking op Schiphol. Zij zorgt dat alle maatregelen worden getroffen die nodig zijn voor het verdwijnen van parkeergarage P2 en de ontwikkeling en aanleg van nieuwe parkeerfaciliteiten. Een gigantische operatie die al op 1 oktober 2017 klaar moet zijn.

Het verdwijnen van P2

Om ruimte te maken voor de nieuwe pier en terminal, verdwijnt parkeergarage P2. Dat zijn een flink aantal parkeerplaatsen waar jaarlijks honderdduizenden mensen hun auto neerzetten. Marianne: “We zijn daarom druk bezig om nieuwe faciliteiten te ontwikkelen. We breiden bestaande parkeergarages uit, passen de toegangswegen aan en er komt een grote parkeerplaats aan de noordwestelijke zijde van Schiphol. En een nieuwe valet-dienst genaamd P6 Valet Parking, waarmee zakelijke reizigers hun auto centraal bij P6 (voorin P1) kunnen afgeven. Als programmamanager ben ik voor dit alles verantwoordelijk, van het storten van asfalt tot de opening van de nieuwe parkeerfaciliteiten.”

Duizenden nieuwe parkeerplekken

Achter de schermen werken ongeveer 100 mensen mee aan de parkeer- en bereikbaarheidsprojecten. “Door de enorme inzet van deze mensen kunnen we dit realiseren”, vertelt Marianne. “Op 1 oktober sluit P2 namelijk al. We geven flink gas om daar klaar voor te zijn. We beslissen snel, overleggen efficiënt en proberen onze keuzes zo goed mogelijk te communiceren. Natuurlijk hebben we niet alles in eigen hand. Bijvoorbeeld voor vergunningsaanvragen zijn we afhankelijk van anderen, dus spannend blijft het wel.”

Hoog tempo, hoge kwaliteit

Bouwschotten, hijskranen, levensgrote zwart-gele borden met de waarschuwing ‘Mind your plek’: het is niet meer te missen dat tijden veranderen op Schiphol. “We zijn nu overal aan het bouwen zodat de sluiting van P2 straks voor zo min mogelijk mensen hinderlijk is. Sterker nog, dat parkeren op Schiphol zelfs makkelijker wordt. Daarbij nemen we de tijdelijke vertrekhal als voorbeeld. Ook die bouw moest in no-time gebeuren, maar het tempo ging nooit ten koste van de kwaliteit. En het resultaat mag er zijn. Zo willen wij op 1 oktober ook graag terugkijken.”