Interview Ton de Rooij: Duizend(en) bommen en granaten!

Zijn opa raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog gewond door een onontplofte lading explosieven op een boerderij bij Schiphol. Inmiddels is – niet meer zo kleine – kleinzoon Ton de Rooij vakspecialist Conventionele Explosieven op de luchthaven. ‘Naar schatting liggen hier nog ongeveer 1500 onontplofte bommen. De nieuwe terminal komt deels in verdacht gebied te staan. Tijd voor bodemonderzoek dus, zodat dit andere mensen niet overkomt.’

Ton de Rooij vakspecialist Conventionele Explosieven op Schiphol

Melding bij de gemeente Haarlemmermeer op 8 augustus 1944

“… nabij de boerderij van Breure aan de Schipholweg is een projectiel ontploft, hetgeen 3 gewonden gekost heeft. Commandant en Administrateur LBD begeven zich naar de ongevalsplaats. Gewonden: G. Combee, Raadhuislaan 13 te Hoofddorp. Bewusteloos. Zware verwondingen aan ogen. Johannes, Cornelist de Rooij, geb: 31.8.1894 te Hoeve (N.B.), gehuwd, van Berieo landbouwersknecht, wonende Hoofdweg 11. Gewond aan borst, rechterarm en gelaat. Marinus de Rooij, geb. 8.8.1908 te Hoeve (N.B.), gehuwd, van beroep landbouwersknecht, wonende Lijnderdijk 271. Gewond aan borst, kin, hals en rechterhand. Allen opgenomen in het Westergasthuis te Amsterdam. Resultaat onderzoek: Ter plaatse lagen vele door Engelschen uitgeworpen pamfletten. Voor het verspreiden van deze papieren wordt gebruik gemaakt van een explosieven stof. Het is bijna zeker, dat deze explosieve lading haar werking niet heeft verricht en ongeschonden op de grond is neergekomen. Tijdens het opzetten van de schoven heeft één der aldaar werkzame arbeiders tegen het voorwerp gestoten, waarna ontploffing volgde met het bovengenoemde noodlottige gevolg. Nadere plaatsaanduiding: Geruime afstand achter de boerderij van A. Breue, Schipholweg 200.”

Restanten uit de oorlog

Bovenstaande melding kwam in 1944 binnen bij de gemeente Haarlemmermeer en gaat over de opa en oom van Ton de Rooij, werkzaam op de afdeling assetmanagement bij Schiphol. Gelukkig konden zijn familieleden het verhaal in goede gezondheid navertellen. ‘De versie die opa mij vertelde, is wel iets afwijkend hoor’, vertelt Ton met een knipoog. ‘Mijn opa, oom en de knecht vonden de pamfletten met de explosieven ergens op een gewas. Ze vonden het reuze interessant en hebben eraan zitten rommelen. Toen ging het mis.’

Bomonderzoek op Schiphol

Schiphol is één van de gebieden in Nederland die het tijdens de Tweede Wereldoorlog flink te verduren kreeg. Ton: ‘Via archiefonderzoek weten we dat op Schiphol ongeveer 22.000 bommen zijn gevallen. Daarvan is ongeveer 10 tot 15% nooit afgegaan.’ Hij weet ook te vertellen dat die informatie op te diepen is doordat de meeste landen nauwkeurig bijhielden hoeveel bommen ze afwierpen en waar precies. ‘Vaak vlogen ook fotovliegtuigen over na de bombardementen. Dankzij die beelden kunnen we de geregistreerde bommen vergelijken met het aantal inslagkraters. Die zijn goed te zien op de foto’s, want ze hadden soms een diameter van tientallen meters. Al was dat natuurlijk afhankelijk van het soort bom.’

Oude luchtfoto Schiphol

Van klein brandbommetje tot 500 kg grof geschut

Ongeveer de helft van de bommen die op Schiphol terechtkwamen, waren kleine brandbommetjes gevuld met witte fosfor. ‘We weten dat die aan de oppervlakte bleven liggen en opbrandden; we vinden die dan ook nooit terug. Bij de C-pier werd een aantal jaar geleden wel een grote bom gevonden van 250 kilo. ‘Het was een hele operatie om die op te graven en te laten ontmantelen.’ Vorig jaar vonden we een granaat van Nederlandse afkomst. Met enige regelmaat komt er dus wel weer iets tevoorschijn.’

Bommenbeleid

Sinds 13 jaar werkt Schiphol met het zogeheten bommenbeleid. ‘We moeten op de luchthaven veilig kunnen werken en bouwen. Zodra er een nieuw bouwproject start, doen we dus eerst bodemonderzoek. Bommen maken daar onderdeel van uit.’ Ton legt uit hoe het in zijn werk gaat. ‘We hebben sinds 1994 een bommenkaart waarop we precies kunnen zien welke delen van Schiphol verdacht gebied zijn. Als we daar willen bouwen, kijken we eerst of er in dat gebied al bodemonderzoek is gedaan. En zo ja: tot welke diepte. Als meer onderzoek nodig is, zijn onze aannemers of hun dochterondernemingen aan zet om de opsporing te doen.’

Beslissingen nemen

Als er een verdacht object in de bodem wordt gespot, zijn er verschillende mogelijkheden. “We kunnen besluiten om het bouwproject te verplaatsen of er op veilige afstand omheen te bouwen. Opgraven doen we alleen als het moet. Ontmanteling door de Explosieven Opruimingsdienst is ingrijpend en kan de processen en bouwprojecten op de luchthaven behoorlijk verstoren. Met dit in het achterhoofd heeft de provincie vorig jaar bijvoorbeeld besloten om een fietstunnel, dat onder de Schipholweg doorgaat, ongeveer 100 meter naar rechts te verplaatsen. Op de oorspronkelijke locatie zaten drie verdachte objecten in de grond.’